jueves, 25 de octubre de 2007

26 augustus tot terugkeer

Waar was ik gebleven? Met mijn hoofd in de wolken, ergens zwevend op het ritme van de panfluiten, genietend van geuren en kleuren die na een initiële aanpassingsperiode toen pas echt tot mij doordrongen en er nu nog steeds niet uitgewassen, uitgestudeerd of wat dan ook zijn...

Het leven zonder gsm viel me verdacht goed mee: behalve een vroege wake-up-call om de Canyon del Condor-tour niet te missen, was het een voortreffelijke bevinding dat tijd vrij relatief is, dat het 's ochtends wel licht wordt om je te wekken, dat je maag je 's middags wel waarschuwt voor etenstijd en dat de vallende duisternis elke avond je vriednelijk verzoekt onder de wol te kruipen... Tot zover het filosofische gedeelte!

Arequipa kondigde zich dus aan als een rijke doch regelrecht religieuze en politieke polis. En dat was het ook. Genoeg processies gezien om een mens stante pede loco te maken en een arrogantie die mij wat deed denken aan "A". Verder was de stad ook wel witter dan wit, de algemeen verkochte legende luidde dat toen de maan en de zon hun echtscheiding voltooiden, de maan haar dochter vergat zodat het hoederecht nu voorgoed bij Moeder Aarde ligt.

Alhoewel, voorgoed is misschien wat sarcastisch, gezien de actieve volcano Misti die als een vervaarlijke... vulkaan boven de stad uittorent. Want vijf kilometer is wel veel om te lopen, maar voor brandende lava is dat een fluitje van een cent. De versteende-gevluchte-inca-van-het-titicacameer zou dus binnen dit en x jaar weleens de relativiteit van voorgoed kunnen aantonen, voor zover het concept quod demonstrandum est bij de Inca's reeds bekend was.

Maar ik heb het in de Dash-witter-dan-wit-stad wel degelijk naar mijn zin gehad, kuierend een souvenirs inslaand, wandelend en verorberend, babbelend en zwijgend. Ook de Colca del Canyon was vij tot immens de moeite waard met zijn prachtige gezichten, een warmwaterbron om auw tegen te zeggen en Condors als duiven op San Marco, Venetië. Veel, heel veel dus. En dicht, net nietdichter dan mijn oerend traag kloppende hart aankon. Want hoogteziekte was voor mij nu niet meer dan een vaag begrip, de honger door de te snelle digestie echter des te zonneklaar.

Enkele dagen later dan de Cruz del Sur-bus op terug naar Lima en vervolgens Huacho (een archeologische site waar ik niets vond behalve een bende drommelse dronkaards), alwaar ik mij voor de allerlaatste keren tussen de locals begaf alvorens de vlieger terug op te stappen...

Maar teruggaan doe ik, tenzij New York mij snorkt, Budapest mij het hoekje om pest of Parijs mij brengt van de wijs...

Dank aan de F'kes Freya plus familie en Felix en Fuïsa, Anibal en familie, Amelie en al de rest en nog meer van dat en ... u natuurlijk!

domingo, 26 de agosto de 2007

22, 23, 24 & 25 augustus - Dag 11, 12, 13 en 14 = Lange post

Dag 11, een donderdag me dunkt, eindelijk eens na zevennoklok opgestaan en na de nodige huevos fritos mijn busticket gaan bestellen bij de plaatselijke kebab... euh buskompanie. In de voormiddag de fiets de huizes gekeurd en goed bevonden, alvorens er de plaatselijke Mont Ventoux mee te beklimmen (de weg van Cuzco richting Pisac, zegt dat de kenners iets?). In Cuzco zelf was het al serieus kuchen en de hoest werd alleen maar erger voorbij de stadsmuren. Klimmerdeklim, zei echter een hoogtestage-stemmetje in mijn hoofd en langs de vermeldenswaardige ruines van Sacsawaman (die aantrekkelijke vrouw in het Engels, inderdaad) en de voor mij minder vermeldenswaardige, alhoewel ik ze nu toch aan het vermelden ben, van Qenqo, Tambomachay and PucaPucara. Bijzonder mooie kiekjes (met mij erin, vanzelfsprekend ;) ) zijn echter wel het resultaat van dit wow-werkje.

Net op tijd terug voor de almuerzo (zoals altijd, want voor elke maaltijd wachten ze me geduldig op, ondanks mijn nietszeggend veto) en erna wat meegeholpen in de plaatselijke kindergarten van moeder de vrouw Anita, mijn sloeberperiode duidelijk zijn vruchten afwerpend. In de namiddag vervolgens zwemmen gegaan met Eduardo en twee amigos in de plaatselijke zwemhal: vreemd zicht wel, slechts "wij vier" waren de enige van de vijftigtal personen aanwezig in het zwembad die echt zwemmen konden, lessen zijn hier namelijk niet de normaalste zaak van de wereld en duiken is al helemaal uit den boze... De grappige taferelen maar vooral de verfrissing ('s nachts mag het hier dan wel bijna vriezen, overdag is het droog en caliente) en het niet-toeristisch zijn bevielen mij zeer, dus spijt had ik wel toen we het zwemdok verlieten.

Spijt keerde zich echter al vlug om in vreugde toen bleek dat la familia a) weer een heerlijk maal voor mij bereid had en de nodige mopjes en b) bleek dat zij exact hetzelfde kabeltje hadden om fotitos op hun pc te smijten. Dit betekent dat reeds ergens op het wereldwijdeweb enkele tot heel wat pics verzekerd zijn van een langer bestaan. Een truuc om met u, dierbare lezer, degene te delen die ik wensen zou, heb ik echter nog niet gevonden, maar er wordt aan gewerkt (mañana, mañana ;) , the usual) ...

De avondactiviteit bleek echter nog alles te overstijgen. Het raam van de bovenverdieping gaf echter als een soort loge uit op het plaatselijke festivalterrein, zodat wij gezellig samen het voor die avond geplande orkest van cover-groep Niche konden volgen, imagine de mensen die met Marktrock een gepriviligeerd plaatsje hebben in de appartementen boven de langste toog ter wereld. Het gepaste moment om hen te verblijden met enkele, door mijn attente mammie megegeven, repen Belgische chocolade, hetgeen hun ogen quasi uit hun kassen deed springen. Het concert ten einde nog tot in de vroege uurtjes doorgebabbeld, een excellente afsluiter van een superbe verblijf... Volverá, dat staat reeds vast!

De volgende morgen op dag 12 volgde dan (wederom: eentje voor de insiders) het maar-het-zal-nooit-hetzelfde-zijn-zonder-jullie-afscheid, dieper weiger ik hier op in te gaan, maar en adivinant komt u waarschijnlijk wel verrassend dicht in de buurt. Ik zit hier nu zoveel dagen later zelfs nog steeds met een krop in de pols, dat zegt genoeg lijkt me :) ...

De bus op, saahaaaaaaaieuuuuuuuuwzzzzz, met welkome afwisseling van enkele breaks op plaatsen met zicht op de ongerepte omgeving, maar verder niets, behalve dan de melding dat ik bij aankomst in Puno wederom enkele honderden meters gestegen had, met als gevolg dat ademen de eerste kwartiertjes weer wat moeizamer ging. Toch vrij gemakkelijk een plaats gevonden om te overnachten in het grijze Puno, een tripje op het Titicaca-meer geboekt en met droge haren de wol onder (neem dit maar zeer, hatsjoe, letterlijk).

Tijdig opgehaald op dag 13 om richting plaatselijke haven te rijden in een volgepropt mini-busje. Niet getreurd echter, na een muzikale verwelkoming het Titicaca-hoogste-BEVAARBARE-ter-wereld-meer op. Een meer is het, ondanks het feit dat je je desalniettemin op een zee waant met zulke uitgestrektheid en verdacht hoge golven, die onmogelijk van voorbijvarende cruises komen kunnen.

Kennisgemaakt met 1) een luidruchtig doch blaugrana família Catalá, vijf leden tellend, 2) een Zuid-Afrikaans koppel, beke timide maar o zo vriendelijk met wie ik trouwens het gasthuis deelde de afgelopen nacht, 3) twee Uruguyaanse twintigers, de eerste dag haast angstaanjagend onbeweeglijk, maar 's avonds om later uitgelegde reden en de volgende dag heel wat toegankelijker, (glim)lach(wekk)ender en aangenamer gezelschap, 4) nog een bende Fransozen en Spanjolen die op zich niet storend waren maar evenmin in mijn geheugen gegrift gaan blijven...

... en verder gevaren, onder leiding van naar eigen zeggen Quechua-gids Bruno (die ik ook nog wel even zal herinneren, al was het maar om zijn mish amigosh), tot onze eerste halte: de drijvende Uros-eilanden, alwaar we een bondige niettemin interessante uitleg krijgen over het reilen en zeilen van én op deze merkwaardige stukken leefruimte. Enkele vistas later de plaatselijke rieten boot op richting volgende eiland, met wederom wat uitleg maar vooral bezienswaardigheden, om pues het dak van de motorboot te beklimmen. Verderkabbelend en babbelend en zingend en keuvelend en
... (dus zonder de voorlopig ijzige chicas Uruguayas) de ietwat langere trip naar Amantani verteerd.

Aangekomen op dit ongerept stukje natuur en een gastfamilie toegewezen gekregen, tezamen met de Zuid-Afrikaners dus. Genoten van het landschap op de redelijk zware weg naar boven en uiteindelijk toch de rugzak neer kunnen zwiepen in de klaargemaakte kamer van het traditioneel (lees: voor ons krakkemikkig en antiek) huisje waar ik de ietwat kortere nacht doorbracht. Even op een rots plaatsgenomen vanwaar ik een piekfijn uitzicht had, wachtend op de stevige soep, het aardappelfantasietje en de stilaan gewoongeworden kruidenthee die ik vlñotjes achter de kiezen werkte.

Genoeg energie opgedaan dus om de nog héél wat verder te klimmen richting ruines op la cumbre, vanwaar we het oogverblindend (letterlijk én figuurlijk ditmaal) spektakel van de verdrinkende zon in het Titicaca-meer met open mond konden aanschouwen. Heel wat pieksjuurs genomen en drie toertjes rond de Pachamama(-> Moeder Aarde als ik mij niet vergis)-tempel gelopen vanwege een god-weet-wat reden, maar even kon ik het niet laten mee te lopen met mijn medereizigers-kompanen. De zon nbam zoals normaal weer alle licht met zich mee, de egoist, hetgeen echter zonder de behulpzame volle maan gerekend was die ons veilig naar ons avondmaal voerde. Desondanks liep dit niet van een leien dakje, niet enkel omdat de daken hier meestal van riet zijn, edoch om de eenvoudige reden dat ze het daar soms wel heel gecompliceerd maken zonder straatnamen. Desondanks hoor je mij niet klagen over zulke maatregelen die dit voorlopig bewaard gebleven stukje authenticiteit een niet geringe charme verlenen.

Een kom maissoep, nog drie andere soorten aardappelen (in totaal telt Peru er 3000-4000 verschillende) en jaja hoor, een tas thee waren het goed doend avondmaal, dat gevolgd werd door een vrij komische verkleedpartij: de poncho voor de mannen en de vele falda's voor de vrouwen moesten ons een onopvallende gast op het plaatselijke feest maken, hetgeen echter buiten de stevige wandelschoenen met bijbehorende jeans gerekend was.

Dit betekende allerminst dat, na de overwonnen giechelbuien, het een stevig doch deugdelijk feest werd, waar menig een zich dronken danste op de ritmes van de golven die het Titicaca-koor ons bracht. Na het aanleren van de plaatselijke dansjes vond het vijf man sterke Catalaanse team dat het welletjes was geweest en introduceerde enkele Barcelonese kringdansen. De Uruguayanas, nu pas helemaal los gekomen, trachten ons een soort van schuifversie van de "In Zaire oftewel de Indianendans" bij te brengen, die ik wegens mijn chiro-verleden al snel onder de knie bleek te hebben, afgaand op de hartelijke glimlach en applausjes die wij gedrieen met plezier in ontvangst namen.

Het moment supreme moest echter nog komen. Na wederom even back to Peruvian basics geweest te zijn, achtte ik het moment waardig om een Belgische dans op de scene te werpen. Jawel, dames en heren, hoewel ik het jumpen op Belgische bodem zo goed als (niet hélemaal dus) afgezworen heb, kon ik, lichtelijk onder invloed van de plaatselijke Cuzqueña, het aanwezige volk wel bekoren met enkele modern-marginale pasjes op de antieke muziek. Het feest barstte dus volledig los, bijna uit zijn voegen zelfs, tijdens een onvergetelijke nacht waar een potpourri van overwegend buitenlandse jongelingen en grotendeels plaatselijke ouderlingen zich samensmolt in een melting pot van dansen, talen en lachen... Onvergetelijk, zulke Andenean nights...

Iets minder onvergetelijk was de matin-suivant op dag 14, die met een moeilijk verteerbare (lag het aan de comida zelf of was het toch stiekem onze eigen fout?) pannenkoek en een sterke thee begon. Pire was echter de boottrip naar een gelijkaardig eiland, Taquile genaamd, die gepaard ging met heel wat schommelingen van de boot door de golven en eveneens heel wat maagschommelingen die door de meesten, ondanks de proestbuien, als kommer en kwel ervaren werd.

Het merendeel van ons gezelschap slaakte dan ook een diepe zucht (niet te diep, weliswaar) bij aankomst op Taquile. Het wandelen en stijgen kon weer beginnen, hetgeen ons duidelijk beter beviel dan het waterwezen. Vrij identiek aan Amantani, dit eiland, waar we enkele artisanale plekjes bezochten en ons middagmaal nuttigden, pratend en klaterend alsof we reeds een hele Inca-trail samen achter de rug hadden. Daarna na een serieuze trapafdaling nog even in het Titicacameer gezommen (Enkel drie personen ijsberend tot aan de nek! Steven Tijpels dus op bezoek bij de twee Catalaanse boys en ik...) Jammer was dan ook dat na het middagmaal-verlengstuk op de gelukkig al iets minder wiebelende boot, we enkele uurtjes geleden afscheid namen, hevig verbrand wegens de hoogte, niet enkel op de schaarse blootgestelde stukjes huid, gelukiggerwijs ook positief gebrand op onze ziel, deze trip als het ware terug in de tijd. Iedereen had namelijk het gevoel lange tijd weggeweest te zijn naar haast een andere planeet, waar tijd en elektriciteit nog ondergeschikt zijn aan verbondenheid met de aarde en gebondenheid onderling.

Op die simpele reden hebben we dan ook binnen een kwartiertje afgesproken op de plaatselijke Plaza de Armas (in elke stad de centrale grote plaats, lijkt me) om samen een ietwat minder authentieke maaltijd te nuttigen als verlengstuk op de samen doorgebrachte prachttijd. De e-mailadressen zijn bovendien al uitgewisseld om de kewlste kiekjes te delen...

Halfweg de reis zit ik, en meer en meer begin ik mij thuis te voelen en mensen te ontmoeten van all over the world: kortom, mijn wensen komen uit en dromen worden werkelijkheid.

Het enige minpunt is dat mijn gsm door het te fel opgaan in een spelletje billeke-klets (quasi overal gekend blijkbaar, hetgeen eveneens ons amusement bewijst) sinds heden onbereikbaar op de bodem van het Titicacameer ligt. Maar meer dan ooit kan ik dit gelukkiglijk relativeren, het enige dat ik vragen willen zou is dat je mij bij terugkomst in Belgie niet scheef bekijkt als ik niet reageer op een sms (tenzij de plaatselijke vissen wel al gemoderniseerd zijn) wegens waarschijnlijkerwijs een nieuw nummer. Vraag me evenmin of ik een gsm-telefoonboek aan het schrijven ben als ik je vriendelijk verzoek je gsm-nummer mij te verklappen, ik ben namelijk alles kwijt... Een souvenirtje dat ik het Titicaca-meer echter meer dan met graagte, edoch perongelukkerwijs, schonk ;) ...

Machu Picchu uhu

Een c in Machu en twee in Picchu: that's just the way it is ...


's Avonds dus na een deugddoend bad en dito avondmaal uitermate vroeg in bed (bedden die hier trouwens doorgaans bij het slapengaan kaarsrecht zijn, terwijl je de volgende morgen wakker wordt en je in een diepe vallei waant...), de wekker stond immers om VIER UUR DERTIG. Waderom? Wel, zoals reeds gezegd, om de volgende morgen om 4u30 (!) vertrekkensklaar te zijn om onversaagd een onbetwistbare overwinning te behalen op de ontelbare trappen die naar het onbeschrijflijke onlangs online verkozen onomstreden wereldwonder leiden...

Entonces, wakker geworden en in de dark aan mijn "mini-Inka Trail" begonnen. Eerst twee kilometer opwarming tot de aanvang van de trappen. Een heus groot puf-hijg-zweet-verhaal later, die nochtans een prachtige zonsopgang, enkele fraaie mañana-panorama's en een hoop inhaalmanoeuvres in petto had, kwam ik halfdood om voor voor zes boven aan, mijn gesuikerde provisie reeds gehalveerd. Vijf voor zes, uitermate puik getimed, aangezien de site om zes uur stipt (het enige stipte in Peru, voor zover ik weet) opent en ik dus samen met slechts 50-tal mede-earlybirds het heiligdom betreden kon.

Eénmaal mijn intrede gemaakt was de rook om MP's hoofd nog niet verdwenen: MAGISCH. Minder magisch echter was de vaststelling dat ik nog een paar treden voor de boeg had voor ik mijn vooropgestelde plaats bereiken zou, wijl zelfs mijn keukentrapje me even te veel was. Gewacht op een "ouw bobonneke" alvorens in haar kielzog (lees: oerlangzaam tempo) dat laatste zwaar wegend loodje op te heffen.

Eénmaal boven kennis gemaakt met een New Yorkse met Marokkaanse roots en verder nog tot 14 uur op de "Oude Berg" verbleven (deze tussentijd valt, nog steeds, excuus, met geen woorden te beschrijven, nogmaals excuus) aleer weer neer te dalen richting Machu Picchu Pueblo, alwaar mijn traagtragerslakst-trein me fluitend stond op te wachten. Terug naar "huis" waar me na het nodig divertissement een iets snellere trein richting dromenland stond te verbeiden...

viernes, 24 de agosto de 2007

Bezint eer ge begint

Bezint eer ge begint en als ge dan toch begint, vraag ik u vriendelijk maar kordaat met de onderste, not-yet-read post te beginnen.

Nu ben ik wat moe om het onbeschrijflijke te beschrijven, ondanks mijn gave (positief of negatief) zelfs het meest triviale met woordwatervallen op elektronisch dan wel perkamentachtig papier te zetten. Dus zet je schrap om een van de komende dagen een (beter warme dan koude ;) ) douche te nemen onder mijn online mondvocht, geparfumeerd met hier en daar een afgelikte alliteratie of twee woorden die ... rijmen.

Daarnaast zal ik ook mijn laatste dag in Cuzco, grotendeels doorgebracht bij mijn favoriete gastgezin evenals een klein bezoekje aan een vindplaats genaamd Sexywoman, maar dan op zijn Quechua uitgesproken als Sacsawaman uit de doeken doen. Deze morgen volgde (eentje voor de insiders) een maar-het-zal-nooit-hetzelfde-zijn-zonder-jullie-afscheid en momenteel zit ik mijn tijd te verschrijven in het afgrijselijke Puno, dat echter wel mijn startbasis vormt voor een expeditie van twee dagen (morgen en overmorgen) op het Titicaca-hoogste-ter-wereld-meer (ik vraag me nog steeds af van welke beroemde Inka dit eerste baby-uitbraaksel is dat deze inmenso waterplas zijn naam gaf).

Als ik niet verdrink (wat een eer zou het nochtans zijn, verdrinken op het Titicaca, alhoewel toch liever niet?!), schrijf ik jullie gaarne overmorgen weer over dagen 9, 10, 11 enzoverder enzovoorts, daar ik mij de komende 50+ uur vooral op plaatsen ga bevinden waar elektriciteit en abnormaal nog steeds met elkaar in verband staan zoals Real en pffrrrrrrrt (hetzij de onomatopee van een platte band, hetzij die van een lachende Catalaan)...

Machu Picchu

De trein vertrok zeven punto detig stipt (naar Peruaanse normen, dus om acht uur). Traag, trager, traagst was het motto van dit met toeristen volgestouwd vehikel. U begrijpt het al, de weg naar het wereldwonder kende heel wat obstakels.

Zo bleek er in Cuzco net een concurso geweest te zijn, uitsluitend voor Engelstaligen, waar het om draaide de galantste te zijn. Gedurende de 4 uur durende rit die iets van 120 kilometer aflegt, hoorde ik, behalve het gefluister van een Duitser (lees: geschreeuw) en het gekwek van de Fransen en (in verrassend grote getale hier aanwezige) Italianen, niet veel anders dan in een vet Amerikaans dan wel Cockney getint accent: "I was galantest" en "uhu, I was galantest" en "sure, I was galantest" op de weg naar Aguas Calientes (zie de link, die ik franchement eigenlijk al vrij snel doorhad)...

Eindelijk aangekomen, een degelijk hostalletje gezocht (5 EUR voor een nacht) en iets gegeten (all-in-menu voor 2,5 EUR). Deze prijzen, u leest het goed; vijf alsook twee en een halve euro in wellicht de duurste plaats van Peru... Naar boven met de bus, tot vlak voor de ingang, maar dan weer terug naar beneden, te voet de ontelbare trappen afdalend. VIER redenen: om te beginnen is de ingangsprijs voor MP gewoon belachelijk hoog en had ik niet veel zin deze twee maal te betalen, ten tweede kende op deze manier reeds de weg naar beneden die ik de dag erna weer zou stijgen (lees het grote puf-hijg-zweet-verhaal verderop), had ik ten derde tijd om een verfrissend bad te nemen in de warmwaterbronnen van ... Aguas Calientes en ten slotte was het wel spannend het moment supreme nog even uit te stellen (in de trand van Amo a Laura, pero esperare hasta matrimonio -> Youtube of Google it en vous verrez).

Terug beneden dus de warme baden in, afgewisseld met bij tijd en wijlen een letterlijk ijskoude douche (andere koude douches vind men hier naar het schijnt wel meermaals in de logementsetablissmenten maar deze evenmin als figuurlijke duchas frias heb ik hier evenmin suerte-gewijs nog niet echt meegemaakt). Na een nieuw tweeeneenhalvenneuromenu de wol onder, klaar om de volgende morgen om 4u30 (!) vertrekkensklaar te zijn om onversaagd een onbetwistbare overwinning te behalen op de ontelbare trappen die naar het onbeschrijflijke onlangs online verkozen onomstreden wereldwonder leiden.

Dag 7 & 8 - 19 & 20 augustus

Dag 7, zondag, vroeg uit de veren, aangezien er een georganiseerde tour voor mij voorzien was doorheen de Valle Sagrado (heilige vallei, slimmekes), die gelukkiglijk net iets anders was (vroeger vertrek, goedkoper, meer aandacht voor de ruines dan voor de toeristische marktjes ...). Vlug gestegen, een beetje Fiesole-style vanuit Firenze en, na heel wat pachtige pranorama-pictures, aangekomen bij de sitio archeologico van Pisac: bovenal boeiend en (adem)benemend! Mooi gelegen, magnifieke zichten, angstaanjagende achtergrondverhalen...

Vervolgens verder gereden, ditmaal wel een mercado-marktje aangedaan, alwaar fortuinlijkerwijs wij de enige toeristen waren, niet veel speciaal echter... Veel cheveree-er was dan weer Ollantaytambo, een andere site met tientallen immense terrassen en heel wat meer cuentas die we van de gids te horen kregen. Ten slotte, de zon reeds zijn tanden aan het poetsen alvorens te gaan slapen, nog een ander marktje en een mooie achternaam-van-zangers-Julio-en-zoon-Enrique-respectievelijk-gekend-van-uncantoagaliciaé-en-Heroes-zonder-s-achteraan. In den donker terug naar Cuzco, alwaar ik na een aantal noche-tiras (=nightshots) wederom richting huize Pino-Samalvides voor een hoop warmte; figuurlijk in de zin van divertimiento en conversacinteresantes, letterlijk een deugddoende douche en een zaaalig bed.

Lang duurde de nacht echter wederom niet, maar niet geklaagd, vandaag stonden met Moray (meteorietinslagen die door de Inka's omgevormd werden tot landbouwexperimentatieterrassen, uitermate fraai) en Salinas (ergens verscholen tussen de Andestoppen een wit spektakel van zoutwinning uit een, u raadt het al, zoutriviertje, dat op ingenieuze wijze verdeeld wordt over, u raadt het weeral juist, allemaal terrassen => op die manier zijn de Peruvianen wel gelinkt aan de Belgen, een terrasje meer of minder, daar maalt men hier niet om. Een seconde je hand in het water van het riviertje onderdompelen en twee seconden later had je de halve Noordzee qua zout op je hand). In de late namiddag, na een middagmaal met mijn gatheers medewerkers in Urubamba en nog wat kleinere sites en bezoekjes, onder andere een gesprek met een arm indígena-meisje dat har schoolgeld niet meer kon betalen en daarom aan het werk moest (de harde werkelijkheid die Anibal ietwat tracht te verzachten), weergekeerd naar Cuzco voor una noche zoals alle vorige in mi nueva casa lejos de mi casa.

Vroeg naar dromenland vertrokken, daar de volgende ochtend de wekker alwéér uitermate vroeg geprogrammeerd stond, voor een bezoekje aan ...

martes, 21 de agosto de 2007

Dag 5, 6, 7 & 8 - 17, 18, 19 & 20 augustus

... Aangezien ik reeds héél vroeg (zo vroeg dat ik het mij niet eens meer kan en wil herinneren) uit de veren moest om mijn vlucht te halen. Cuzco ligt desniettegenstaande series veel meters hoger dan Lima dus over de eerste dag kan ik vrij kort zijn.

Hoofdpijn en zuurtstoftekort dwongen mij het merendeel van de dag liggendsgewijs door te brengen, op het verrassend comfortabele bedje van een goedkoop hotelletje... Verder wat rondgeslenterd in het "Rome van de Inca's", de naam meer dan waardig, ondanks de kleinschaligheid.

's Dags belangrijkste gebeurtenis viel echter weer 's avonds. Freya had me het nummer gegeven van een goede vriend die woonachtig is te Cuzco. Een belletje later expliceerde hij mij in de (bouwvallige) lounge van mijn logement dat hij mij de volgende dag naar zijn thuis ging meenemen.

Zo gezegd, zo gedaan, want na een deugddoende nachtrust nam hij mij naar zijn huis mee onder het motto mi casa es tu casa, zonder mindere bijbedoelingen welteverstaan voor de insiders...
Deze man is, denk ik, de meest vriendelijke, rustige, kortom aimabelste man die ik in mijn leven ontmoette. Zijn naam, Anibal, laat mogelijk het tegenovergestelde vemoeden, maar hij en zijn gezin zijn echt een geschenk uit de hemel en een voorbeeld voor iedereen.

Dag 6 wat praktische zaken geregeld (zak wat uitgepakt, rit van de Valle Sagrado geboekt evenals bezoek aan Machu Picchu ...) om vervolgens een stadstoertje te maken, uitstekend gegidst door Anibal zelf. 's Avonds wat beter kennis gemaakt met zijn eveneens muy amable vrouw en zoon- en dochterlief in de plaatselijke pizzeria met een biertje plaatselijke Cusqueña erbij.

Dag 7 en 8, zondag en maandag dus, de Valle Sagrado aangedaan. Namen en plaatsen als Pisac, Urubamba, Ollantaytambo, Moray, Salineras etc. zeggen u waarschijnlijk bitter weinig (eerlijk: mij tot enkele dagen geleden ook), maar welk een oogverblindend spektakel zich in deze vallei tentoon spreidt, zal vanaf nu nimmer meer uit mijn geheugen verdwijnen. Ze dienden bovendien als een uitstekend voorsmaakje voor de plaats also known as "nieuw wereldwonder" Machu Picchu, vanwaar ik mij heden slechts enkele kilometers verwijderd aantref. Uitegebreider verslag van mijn ruïnering (lees: bezoek aan al deze ruïnes) volgt dra ...

Kleine melding !

Begint beneden met lezen, dierbare lezers ... Anders zul je een aantal anachronismen aantreffen...

Dag 2, 3 & 4 - 14, 15 & 16 augustus

Deze dagen speelden zich hoofdakelijk in Lima af, afgezien dan van die enkele minuten in "het land van Angst en Vrees"...

De volgende dag eerst jetlag-gewijs vroeg wakker geworden maar koppig doorgeslapen tot een uur of elf. Daarna met de lokale (lees: gammele) bus het centrum ingetrokken, hoofdzakelijk met de bedoeling wat af te passen en aan te tasten, of was it the other way around? ... Weinig soeps daar in centrima: een mooie kathedraal, twee mooie pleinen en drie mooie plaatselijke ... standbeelden gespot. Edoch, vooral gezeten en gelezen.

Dag 3 het andere centrum van een bezoekje voorzien, namelijk de economische en daardoor ook veel Westers-gerichte slagader Miraflores. De zee gezien, mooi onderhouden parkjes en enkele stuntsurfers evenals -vliegers, een shoppingcentrum met als duidelijk doel de doorwinterde dagtoeristen die uit Duitsland daar arriveren de dertroetelen. Echter daar ook borrachos (plaatselijke latzappen), aanklampende verkopers en als men goed keek, achter de facades, armoede ...

Avond 3 is een verhaal op zich waarvoor ik u gaarne verwijs naar u favoriete krant (De Standaard dus) of andere welgeïnformeerde bron. Mijn verhaal luidt als volgt: rustig binnen zat ik te lezen toen opeens alles rond mij begon te bewegen. Niet voor een minuutje of zo, maar volgens de plaatselijk nieuwsbrengers wel degelijk twee minuten aan een stuk, de naschokken niet meegerekend. Ik verzeker u, zelfs in het sterkste huis van Peru slaat de angst je vliegensvlug toe. Met de daver op het lijf naar buiten gecrosst en daar afgewacht. De hele straat, de hele stad, het hele land in rep en roer. Enkele steden zonder stroom noch hulp (lees verder: de toffe presidenten van dit land) en het overgrote deel van de diepgelovige Peruvianen in rouw. Het resterende over/uit-schot sloeg aan het graaien en roven.

De voetbalwedstrijd die ik mogelijk ging kijken aan diggelen, maar eveneens de weg die mij naar mijn volgende bestemming moest leiden. Volledige omkering van de reisroute dus (Lima-Cuzco-Puno-Arequipa-Lima is het nu), hetgeen de volgende dag met de welgekomen hulp van Freya verzekerd werd.

Dag 4 bracht ik immers op haar bureau door, samen met haar collega bellend om een last-minute vlucht naar Cuzco vast te leggen. In de namiddag mijn omgekeerde-van-duwers(het gezochte woord klinkt misschien een beetje vies voor sommigen, vandaar het raadseltje)-rugzak geprepareerd en mij tevens klaargemaakt voor een nachtdutje ...

Dag 1 - 13 augustus

Met Marktrock in de benen maar vooral ook het hoofd el avión naar Madrid op (een kort zzzzzzzzzz-verhaal) om in Hispania's hoofdstedelijke luchthaven op zoek te gaan naar "the gate Lima - Iberian airlines". Gelukkig was het niet gate 6, anders hadden mogelijk heel wat meer evils en demonen dan die enkele schreeuwlelijke (héél letterlijk te nemen) Duitsers mijn pad gekruist. Vervolgens hup de oceaan over (het ietwat langere zzzzzzz-verhaal, met een kort intermezzo van Shrek 3, doblada en Castellano selbstverständlich) tot in Lima.

Alwaar we geruisloos landen, de vliegeniers waren immers op het lumineuze idee gekomen de motor reeds vroeg uit te schakelen, terwijl de Andesiaanse luchtzakken menig vrouw én man aan boord quasi nog hoger de hemel injoeg, met dan aan de uitgelokte hartinfarcten.

Alwaar ik echter ook uitermate hartelijk ontvangen werd door ene Amelie, een vriendin-archeologe van mijn tía-arceológica. Deze bracht mij naar Freya, een Belgische medewerkster van 11.11.11 die al geruime tijd in Zuid-Amerika vertoeft, samen met haar man David en drie schatten van kindren Yael, Jamil en Jairo (excuus, over de schrijfwijze ben ik niet duizend procent zeker, maar u waarschijnlijk evenmin over de spreekwijze ;) ). Minstens even hartelijk ontvangen, een pracht van een logeerkamer toegewezen gekregen en vervolgens een vervolg aan het lange zzzzzzzzzz-verhaal geregen...

Goedemorgen België !

Dan toch...
een blog,
ik kon het niet laten,
maar veel zal er niet op verschijnen vrees ik,
aangezien er hier zo veel te zien is, ook al is er niets te zien (¿entendeis, vous comprenez?):

Het is hier immers niet enkel letterlijk, maar eveneens figuurlijk de andere kant van de wereld. Armoede, corruptie en meer van dat fraais zijn hier verre van de ver-van-mijn-bed-show. En dan moet je nog weten dat ik voornamelijk de rijkere, toeristische plekjes aandoe, ongeveer het enige waar de voormalige, huidige en waarschijnlijk ook toekomstige tirannen van dit land (de één al corrupter dan de andere) aandacht aan besteden... omdat het geld in het laatje brengt natuurlijk, hún laatje vanzelfsprekend.
Hoe fel dit afsteekt tegen de onnoembare schoonheid van dit land, is eveneens vanzelfsprekend. Landschappen die geschilderd lijken te zijn door de magische krachten der aarde, ruïnes als memorie aan vergane doch ooit glorieuze rijken die door de magische krachten des hemels gebeeldhouwd zijn en zoveel traditie en folklore als Messi, Henry, Ronaldinho en Eto'o (vier volledig at random gekozen namen) samen talent hebben...

Genoeg inschrijving,
tijd voor een korte beleiding... (ik zit precies nog iets te veel met Chiro in mijn hoofd)