domingo, 26 de agosto de 2007

22, 23, 24 & 25 augustus - Dag 11, 12, 13 en 14 = Lange post

Dag 11, een donderdag me dunkt, eindelijk eens na zevennoklok opgestaan en na de nodige huevos fritos mijn busticket gaan bestellen bij de plaatselijke kebab... euh buskompanie. In de voormiddag de fiets de huizes gekeurd en goed bevonden, alvorens er de plaatselijke Mont Ventoux mee te beklimmen (de weg van Cuzco richting Pisac, zegt dat de kenners iets?). In Cuzco zelf was het al serieus kuchen en de hoest werd alleen maar erger voorbij de stadsmuren. Klimmerdeklim, zei echter een hoogtestage-stemmetje in mijn hoofd en langs de vermeldenswaardige ruines van Sacsawaman (die aantrekkelijke vrouw in het Engels, inderdaad) en de voor mij minder vermeldenswaardige, alhoewel ik ze nu toch aan het vermelden ben, van Qenqo, Tambomachay and PucaPucara. Bijzonder mooie kiekjes (met mij erin, vanzelfsprekend ;) ) zijn echter wel het resultaat van dit wow-werkje.

Net op tijd terug voor de almuerzo (zoals altijd, want voor elke maaltijd wachten ze me geduldig op, ondanks mijn nietszeggend veto) en erna wat meegeholpen in de plaatselijke kindergarten van moeder de vrouw Anita, mijn sloeberperiode duidelijk zijn vruchten afwerpend. In de namiddag vervolgens zwemmen gegaan met Eduardo en twee amigos in de plaatselijke zwemhal: vreemd zicht wel, slechts "wij vier" waren de enige van de vijftigtal personen aanwezig in het zwembad die echt zwemmen konden, lessen zijn hier namelijk niet de normaalste zaak van de wereld en duiken is al helemaal uit den boze... De grappige taferelen maar vooral de verfrissing ('s nachts mag het hier dan wel bijna vriezen, overdag is het droog en caliente) en het niet-toeristisch zijn bevielen mij zeer, dus spijt had ik wel toen we het zwemdok verlieten.

Spijt keerde zich echter al vlug om in vreugde toen bleek dat la familia a) weer een heerlijk maal voor mij bereid had en de nodige mopjes en b) bleek dat zij exact hetzelfde kabeltje hadden om fotitos op hun pc te smijten. Dit betekent dat reeds ergens op het wereldwijdeweb enkele tot heel wat pics verzekerd zijn van een langer bestaan. Een truuc om met u, dierbare lezer, degene te delen die ik wensen zou, heb ik echter nog niet gevonden, maar er wordt aan gewerkt (mañana, mañana ;) , the usual) ...

De avondactiviteit bleek echter nog alles te overstijgen. Het raam van de bovenverdieping gaf echter als een soort loge uit op het plaatselijke festivalterrein, zodat wij gezellig samen het voor die avond geplande orkest van cover-groep Niche konden volgen, imagine de mensen die met Marktrock een gepriviligeerd plaatsje hebben in de appartementen boven de langste toog ter wereld. Het gepaste moment om hen te verblijden met enkele, door mijn attente mammie megegeven, repen Belgische chocolade, hetgeen hun ogen quasi uit hun kassen deed springen. Het concert ten einde nog tot in de vroege uurtjes doorgebabbeld, een excellente afsluiter van een superbe verblijf... Volverá, dat staat reeds vast!

De volgende morgen op dag 12 volgde dan (wederom: eentje voor de insiders) het maar-het-zal-nooit-hetzelfde-zijn-zonder-jullie-afscheid, dieper weiger ik hier op in te gaan, maar en adivinant komt u waarschijnlijk wel verrassend dicht in de buurt. Ik zit hier nu zoveel dagen later zelfs nog steeds met een krop in de pols, dat zegt genoeg lijkt me :) ...

De bus op, saahaaaaaaaieuuuuuuuuwzzzzz, met welkome afwisseling van enkele breaks op plaatsen met zicht op de ongerepte omgeving, maar verder niets, behalve dan de melding dat ik bij aankomst in Puno wederom enkele honderden meters gestegen had, met als gevolg dat ademen de eerste kwartiertjes weer wat moeizamer ging. Toch vrij gemakkelijk een plaats gevonden om te overnachten in het grijze Puno, een tripje op het Titicaca-meer geboekt en met droge haren de wol onder (neem dit maar zeer, hatsjoe, letterlijk).

Tijdig opgehaald op dag 13 om richting plaatselijke haven te rijden in een volgepropt mini-busje. Niet getreurd echter, na een muzikale verwelkoming het Titicaca-hoogste-BEVAARBARE-ter-wereld-meer op. Een meer is het, ondanks het feit dat je je desalniettemin op een zee waant met zulke uitgestrektheid en verdacht hoge golven, die onmogelijk van voorbijvarende cruises komen kunnen.

Kennisgemaakt met 1) een luidruchtig doch blaugrana família Catalá, vijf leden tellend, 2) een Zuid-Afrikaans koppel, beke timide maar o zo vriendelijk met wie ik trouwens het gasthuis deelde de afgelopen nacht, 3) twee Uruguyaanse twintigers, de eerste dag haast angstaanjagend onbeweeglijk, maar 's avonds om later uitgelegde reden en de volgende dag heel wat toegankelijker, (glim)lach(wekk)ender en aangenamer gezelschap, 4) nog een bende Fransozen en Spanjolen die op zich niet storend waren maar evenmin in mijn geheugen gegrift gaan blijven...

... en verder gevaren, onder leiding van naar eigen zeggen Quechua-gids Bruno (die ik ook nog wel even zal herinneren, al was het maar om zijn mish amigosh), tot onze eerste halte: de drijvende Uros-eilanden, alwaar we een bondige niettemin interessante uitleg krijgen over het reilen en zeilen van én op deze merkwaardige stukken leefruimte. Enkele vistas later de plaatselijke rieten boot op richting volgende eiland, met wederom wat uitleg maar vooral bezienswaardigheden, om pues het dak van de motorboot te beklimmen. Verderkabbelend en babbelend en zingend en keuvelend en
... (dus zonder de voorlopig ijzige chicas Uruguayas) de ietwat langere trip naar Amantani verteerd.

Aangekomen op dit ongerept stukje natuur en een gastfamilie toegewezen gekregen, tezamen met de Zuid-Afrikaners dus. Genoten van het landschap op de redelijk zware weg naar boven en uiteindelijk toch de rugzak neer kunnen zwiepen in de klaargemaakte kamer van het traditioneel (lees: voor ons krakkemikkig en antiek) huisje waar ik de ietwat kortere nacht doorbracht. Even op een rots plaatsgenomen vanwaar ik een piekfijn uitzicht had, wachtend op de stevige soep, het aardappelfantasietje en de stilaan gewoongeworden kruidenthee die ik vlñotjes achter de kiezen werkte.

Genoeg energie opgedaan dus om de nog héél wat verder te klimmen richting ruines op la cumbre, vanwaar we het oogverblindend (letterlijk én figuurlijk ditmaal) spektakel van de verdrinkende zon in het Titicaca-meer met open mond konden aanschouwen. Heel wat pieksjuurs genomen en drie toertjes rond de Pachamama(-> Moeder Aarde als ik mij niet vergis)-tempel gelopen vanwege een god-weet-wat reden, maar even kon ik het niet laten mee te lopen met mijn medereizigers-kompanen. De zon nbam zoals normaal weer alle licht met zich mee, de egoist, hetgeen echter zonder de behulpzame volle maan gerekend was die ons veilig naar ons avondmaal voerde. Desondanks liep dit niet van een leien dakje, niet enkel omdat de daken hier meestal van riet zijn, edoch om de eenvoudige reden dat ze het daar soms wel heel gecompliceerd maken zonder straatnamen. Desondanks hoor je mij niet klagen over zulke maatregelen die dit voorlopig bewaard gebleven stukje authenticiteit een niet geringe charme verlenen.

Een kom maissoep, nog drie andere soorten aardappelen (in totaal telt Peru er 3000-4000 verschillende) en jaja hoor, een tas thee waren het goed doend avondmaal, dat gevolgd werd door een vrij komische verkleedpartij: de poncho voor de mannen en de vele falda's voor de vrouwen moesten ons een onopvallende gast op het plaatselijke feest maken, hetgeen echter buiten de stevige wandelschoenen met bijbehorende jeans gerekend was.

Dit betekende allerminst dat, na de overwonnen giechelbuien, het een stevig doch deugdelijk feest werd, waar menig een zich dronken danste op de ritmes van de golven die het Titicaca-koor ons bracht. Na het aanleren van de plaatselijke dansjes vond het vijf man sterke Catalaanse team dat het welletjes was geweest en introduceerde enkele Barcelonese kringdansen. De Uruguayanas, nu pas helemaal los gekomen, trachten ons een soort van schuifversie van de "In Zaire oftewel de Indianendans" bij te brengen, die ik wegens mijn chiro-verleden al snel onder de knie bleek te hebben, afgaand op de hartelijke glimlach en applausjes die wij gedrieen met plezier in ontvangst namen.

Het moment supreme moest echter nog komen. Na wederom even back to Peruvian basics geweest te zijn, achtte ik het moment waardig om een Belgische dans op de scene te werpen. Jawel, dames en heren, hoewel ik het jumpen op Belgische bodem zo goed als (niet hélemaal dus) afgezworen heb, kon ik, lichtelijk onder invloed van de plaatselijke Cuzqueña, het aanwezige volk wel bekoren met enkele modern-marginale pasjes op de antieke muziek. Het feest barstte dus volledig los, bijna uit zijn voegen zelfs, tijdens een onvergetelijke nacht waar een potpourri van overwegend buitenlandse jongelingen en grotendeels plaatselijke ouderlingen zich samensmolt in een melting pot van dansen, talen en lachen... Onvergetelijk, zulke Andenean nights...

Iets minder onvergetelijk was de matin-suivant op dag 14, die met een moeilijk verteerbare (lag het aan de comida zelf of was het toch stiekem onze eigen fout?) pannenkoek en een sterke thee begon. Pire was echter de boottrip naar een gelijkaardig eiland, Taquile genaamd, die gepaard ging met heel wat schommelingen van de boot door de golven en eveneens heel wat maagschommelingen die door de meesten, ondanks de proestbuien, als kommer en kwel ervaren werd.

Het merendeel van ons gezelschap slaakte dan ook een diepe zucht (niet te diep, weliswaar) bij aankomst op Taquile. Het wandelen en stijgen kon weer beginnen, hetgeen ons duidelijk beter beviel dan het waterwezen. Vrij identiek aan Amantani, dit eiland, waar we enkele artisanale plekjes bezochten en ons middagmaal nuttigden, pratend en klaterend alsof we reeds een hele Inca-trail samen achter de rug hadden. Daarna na een serieuze trapafdaling nog even in het Titicacameer gezommen (Enkel drie personen ijsberend tot aan de nek! Steven Tijpels dus op bezoek bij de twee Catalaanse boys en ik...) Jammer was dan ook dat na het middagmaal-verlengstuk op de gelukkig al iets minder wiebelende boot, we enkele uurtjes geleden afscheid namen, hevig verbrand wegens de hoogte, niet enkel op de schaarse blootgestelde stukjes huid, gelukiggerwijs ook positief gebrand op onze ziel, deze trip als het ware terug in de tijd. Iedereen had namelijk het gevoel lange tijd weggeweest te zijn naar haast een andere planeet, waar tijd en elektriciteit nog ondergeschikt zijn aan verbondenheid met de aarde en gebondenheid onderling.

Op die simpele reden hebben we dan ook binnen een kwartiertje afgesproken op de plaatselijke Plaza de Armas (in elke stad de centrale grote plaats, lijkt me) om samen een ietwat minder authentieke maaltijd te nuttigen als verlengstuk op de samen doorgebrachte prachttijd. De e-mailadressen zijn bovendien al uitgewisseld om de kewlste kiekjes te delen...

Halfweg de reis zit ik, en meer en meer begin ik mij thuis te voelen en mensen te ontmoeten van all over the world: kortom, mijn wensen komen uit en dromen worden werkelijkheid.

Het enige minpunt is dat mijn gsm door het te fel opgaan in een spelletje billeke-klets (quasi overal gekend blijkbaar, hetgeen eveneens ons amusement bewijst) sinds heden onbereikbaar op de bodem van het Titicacameer ligt. Maar meer dan ooit kan ik dit gelukkiglijk relativeren, het enige dat ik vragen willen zou is dat je mij bij terugkomst in Belgie niet scheef bekijkt als ik niet reageer op een sms (tenzij de plaatselijke vissen wel al gemoderniseerd zijn) wegens waarschijnlijkerwijs een nieuw nummer. Vraag me evenmin of ik een gsm-telefoonboek aan het schrijven ben als ik je vriendelijk verzoek je gsm-nummer mij te verklappen, ik ben namelijk alles kwijt... Een souvenirtje dat ik het Titicaca-meer echter meer dan met graagte, edoch perongelukkerwijs, schonk ;) ...

1 comentario:

Unknown dijo...

Ik ben net tot de verontrustende vaststelling gekomen dat 1 op de 4 mannen homo wordt... Wij thuis zijn met 4 jongens, dat wil zeggen 1 kans op 4 dat ik ook homo word!

Ik voel me een kerel van peru nu ik heel uw blog heb doorworsteld en de stijlfiguren heb geanalyseerd... Voor moest ge het nog niet weten, nu zaterdag gaan we de Quinuz even na-apen, int klein door in 1 dag van hieruit tot aan My Cribbeke at Sea te crossen a vélo...

Ramses is nu al aant wanhopen ( we zijn bijna uit sportplaza gesmeten, wim de redderspop sprong niet hoog genoeg op de wipplank volgens onze goede vriend dus dees hij er nog een extra schepje op door harder te springen, maar dat maakte geen indruk op de mooie redster), Adri is heeft een wollen penisverwarmer van leen gekregen en heeft die zonet gepast, resultaat, een geïrriteerde penis, Quinten zit aan de bollen en heeft een tattoo laten zetten met Get your hands of my sister, nadat ramses in een zotte bui iets te ver was gegaan...

Dat was alles van het thuisfront...
Het ga je goed!
Woody